Groene randen rond een sportveld hebben vaak maar één functie: het tegenhouden van ballen en andere sportartikelen. Met een paar aanpassingen krijgen ze een tweede functie erbij, namelijk het gezond houden van de omgeving. Door het verhogen van de biodiversiteit worden schadelijke insecten als de eikenprocessierups teruggedrongen en kan iedereen met een gerust hart sporten. In het najaar van 2020 heeft IKL samen met de gemeente Meerssen en de sportverenigingen van Sportpark Heiveld de handen ineen geslagen om de biodiversiteit rondom de velden te vergroten.
Rond de sportvelden heeft IKL diverse acties uitgevoerd om de biodiversiteit in het gebied te vergroten. Door kleine aanpassingen wordt het gebied diverser en komen er steeds meer diersoorten. Zo zijn er verschillende stroken ingezaaid met een inheems en autochtoon bloemenmengsel om veel vlinders, kevers en andere insecten aan te trekken. Het aanplanten van specifieke bomen trekt nog eens extra insecten aan. Door het beheer van de groene randen om de sportvelden anders uit te voeren krijgen andere soorten de kans om te groeien. Deze groene randen worden daarmee plekken waarin vogels ideaal kunnen broeden. Van de afgezaagde takken worden takkenrillen aangelegd, waarin vogels zoals het winterkoninkje graag broeden en insecten smullen van het dode hout. Om de vogels nog meer te helpen zijn er nestkastjes geplaatst.
Sommige stukjes gras hoeven niet elke week gemaaid te worden, waardoor het gras en eventuele bloemen ook de kans krijgen om te groeien. Hierdoor ontstaan er nog meer schuil- en voedselmogelijkheden voor insecten en andere dieren.
Plaagbestrijding eikenprocessierups
Het bestrijden van de eikenprocessierups begint steeds meer vormen aan te nemen. Het verbranden, opzuigen of het gebruik van (biologische) bestrijdingsmiddelen zijn veelgebruikte oplossingen. Probleem is echter dat hiermee de omgeving ook wordt aangetast of belast met rondvliegende brandharen. Gelukkig denkt de natuur met ons mee in het bestrijden. Steeds meer vogels en vleermuizen weten hoe ze de rupsen kunnen eten en van diverse kevers en andere insecten is ook al bekend dat ze meehelpen. Zo voert één koolmees haar jongen al snel 50 rupsen per dag, wat in een paar weken tijd kan oplopen tot duizenden rupsen minder. Maar ook spreeuwen, kauwen en spechten eten de rupsen met huid en haar op. Larven van lieveheersbeestjes eten dan weer de eitjes van deze rupsen en diverse roofkevers lusten ook een rupsje op zijn tijd. Door deze soorten een geschikt leefgebied te geven, helpen ze mee in de bestrijding van deze plaagrups!
Wat is biodiversiteit?
Binnen de natuur is er altijd een balans tussen planten- en diersoorten. Planten zijn er om gegeten te worden of bieden onderdak aan andere dieren. Als deze balans wordt verstoord door een soort die plots de overhand neemt verdwijnen vaak andere soorten. Doordat die soorten weg zijn kunnen andere soorten ook weer de overhand nemen of verdwijnen totdat je nog maar een handjevol dieren en planten overhoudt. Door gericht beheer en het ondersteunen van bepaalde soorten is de balans weer te herstellen.
Meer weten? Of zelf aan de slag? Kijk eens op onze kennisbank voor tips!