Zeldzame padden
Wist je dat…
- …de vroedmeesterpad en geelbuikvuurpad vooral ‘s nachts actief zijn?
- …de geelbuikvuurpad een driehoekige of hartvormige pupil heeft en de vroedmeesterpad een verticale pupil heeft
Stapelmuren bouwen met Kunradersteen
Eind 2018 en begin 2019 zijn er verschillende workshops geweest over het bouwen van een stapelmuur van Kunradersteen.
Lees meerIn Zuid-Limburg komen op sommige plekken de geelbuikvuurpad en de vroedmeesterpad voor. Beide padden zijn erg zeldzaam, ze stellen hoge eisen aan hun omgeving en zijn misschien daarom wel de kroon op de Zuid-Limburgse natuur
Vroedmeesterpad
De vroedmeesterpad dankt zijn naam aan de bijzondere broedzorg van het mannetje. Na de paring wordt het eisnoer niet afgezet in het water, maar het mannetje wikkelt het om zijn achterpoten en draagt de eitjes drie tot zeven weken met zich mee op het land. De vroedmeesterpad is een kleine gedrongen pad en is te herkennen aan de verticale pupil. De pad is bruin, grijs of olijfkleurig met daarop kleine rode tot geelachtige wratjes. De buik is wittig. Vroedmeesterpadden worden tot 5.5 cm groot.
Ze maken een kort, melodieus en fluitend geluid. Dit is vanaf eind maart, begin april tot in augustus te horen, vooral ‘s avonds en ’s nachts, maar op warme dagen ook overdag. Kort na zonsondergang zijn ze het actiefst. De kenmerkende fluitende roep doet denken aan het geluid van klokjes (vandaar de Limburgse namen klökske en klungelke). Vroedmeesterpadden hebben relatief grote en diepe poelen nodig die ’s winters niet dichtvriezen.




Geelbuikvuurpad
De geelbuikvuurpad is een kleine pad die grotendeels in het water leeft. Hij heeft een wrattige grijs, bruin tot olijfkleurige rug en een zwarte buik met daarop een patroon van gele vlekken, waaraan hij zijn naam te danken heeft. De pupil is driehoekig tot hartvormig. Lengte maximaal 5,5 cm, maar meestal niet groter dan 3,5 tot 4,5 cm. De geelbuikvuurpad is in Nederland niet met andere soorten te verwarren.
Geelbuikvuurpadden roepen vooral overdag, maar op warme zomerdagen ook tot in de avond. Geluid: een zacht, melodieus oeh, oeh, oeh dat meer dan 40 keer per minuut herhaald kan worden. De geelbuikvuurpad maakt gebruik van ondiepe, tijdelijke voortplantingswateren zoals karresporen en plasjes.
Beide soorten zijn zeer zeldzaam en komen in Nederland van nature alleen voor in Zuid-Limburg. Hier leven ze vaak in en rond groeves en in halfnatuurlijke graslanden. Hier vinden ze de warmte die ze nodig hebben.
Stapelmuren
Als land- of overwinteringsbiotoop hebben beide soorten een stenige omgeving nodig met veel schuilmogelijkheden. Dit biotoop kunnen we prima inrichten door stapelmuren en speciale poelen aan te leggen.
Waar moet de stapelmuur aan voldoen als geschikt biotoop voor de padden?:
- De muur ligt vol in de zon
- De muur ligt binnen 10 meter van het voortplantingsbiotoop
- Stenen liggen vast in de muur
- Grote zware stenen liggen onder, boven of in de zijkanten van de muur
- Spleten handdik en holtes tot vuistdik
- Openingen spoelen niet dicht, de muur levert ook voedsel, is de leefplek van insecten en ongewervelden