Gebaseerd op het herstellend vermogen van een boom

Wist je dat…

  • …hakhoutbeheer een gunstig effect heeft op fauna (en flora)?
  • …tussen eind oktober (na de bladval) en eind februari de beste periode is om hakhout af te zetten?

Hakhoutbrigades

Er zijn verschillende hakhoutbrigades in Limburg actief die zich inzetten voor het herstel en beheer van hakhout.

Hakhoutbrigades

Hakhoutbeheer kan bijna bij alle inheemse boomsoorten worden toegepast. Boomsoorten zoals zwarte en grauwe els, gewone es, tamme kastanje, wilgen en populieren, gewone esdoorn, veldesdoorn, zomer- of wintereik  en struiken zoals hazelaar, sporkehout en vlier zijn het meest geschikt voor hakhoutbeheer. Naaldboomsoorten verdragen het niet.

Vragen of tips over hakhoutbeheer?

Hakhout is een loofbos, bestaande uit houtgewas dat men niet hoog liet opschieten, maar dicht bij de grond afzette om de stronken weer te laten ontspruiten en de gevormde opslag te kunnen oogsten

Het op grotere schaal kappen van hout uit bossen door de mens gebeurt al sinds enkele eeuwen voor de jaartelling. In de ijzertijd (+/- 800 v.Chr.) bestond een grote behoefte aan brandhout om ijzer te smelten. Het hout werd frequent gekapt waardoor men continu hout kon oogsten van dezelfde bomen. Ook voor de bakkerijen werd het hout gebruikt. Vooral eikenhout was geliefd vanwege de sterkte en bewerkbaarheid voor het maken van zolderingen in gebouwen. Daarnaast was er behoefte aan eikenhout om leer te looien. Ook had de agrarische bedrijfscultuur behoefte aan palen, essenhout voor stelen, houtskool etc.

Hakhout wordt gekenmerkt doordat bomen met een bepaalde frequentie worden afgezaagd, het zogenaamde afzetten. De tot maximaal 1 meter ingekorte stam noemen we een stoof of stobbe. Hieruit lopen nieuwe twijgen uit die enkele jaren kunnen doorgroeien. De stoof wordt op den duur knotvormig en nemen vaak een grillige vorm aan. Bij een echt hakhoutbosje staan de bomen vaak in rijen op regelmatige afstand zonder dat er bomen vrij kunnen uitgroeien.

Er zijn echter ook bossen met een extensiever karakter, waar de hakhoutstoven door elkaar groeien, meerdere boomsoorten voorkomen en ook een natuurlijkere ondervegetatie is. Dit wordt het middenbos geboend. In een middenbos liet men vaak enkele bomen doorgroeien voor het dikkere hout, de zogenaamde overstaanders of spaartelgen. Wanneer men een andere boomsoort aanplantte tussen het hakhout voor de houtproductie spreken we van bovenstaanders. De middenbossen met overstaanders zijn ecologisch zeer waardevol doordat ze een goed ontwikkelde struiklaag hebben, delen open en zonnig en een goede boomlaag met breed uitgroeiende kronen.

Hakhoutbeheer met overstaanders is ook een beheervorm. Deze wordt veel toegepast in de Limburgse lijnvormige elementen zoals houtwallen, houtsingels, graften en holle wegen. Door eenmaal in de zes tot twaalf jaar een deel van de vegetatie af te zetten met behoud van overstaanders ontstaat een goed gevarieerde en mooi opgebouwde vegetatie die geschikt is voor veel insecten, reptielen en amfibieën, zoogdieren en vogels.